woensdag 5 maart 2008

vijftien

Gevonden, in een vergeeld boekje, restanten van een schijnbaar vergeeld verleden, gedichtjes die ik geschreven heb toen ik 15 was, o.a.:

Ik lig in het duister
en wacht
wacht
op een gevoel dat me
rustig
maakt
een gevoel dat me zegt
dat ik ben.



Je loopt rond
in mijn hoofd
en vertrappelt
mijn denken
zodat ik alleen nog maar
kan voelen
met mijn hart dat je
weldra
ook weer zal breken.



Grappig. Langvervlogen jeugdsentiment. Ondertussen ben ik zo erg geëvolueerd als mens. En toch! Toch weerspiegelen deze woorden van een 15-jarige (mijn god, het lijkt wel een ander leven) nog steeds mijn 'zijn': het is nog steeds mijn onrust, nog steeds mijn o zo week hartje. Ook al steekt het stilistisch gezien niet in een perfect jasje...

Misschien zijn deze elementen wel wat ik altijd zoek, in mezelf. Ik wil altijd maar voorbij de onrust geraken, voorbij mijn overgevoeligheid. Dit is wat me stoort aan mezelf, dit is waarover ik controle wil hebben, wat me zwaarmoedig maakt wanneer me dit niet lukt. Dit is waar ik reeds jaren mee worstel.

Misschien moet ik maar gewoon aanvaarden dat deze entiteiten mijn identiteit uitmaken. Dit is wie ik ben: onrustig en overgevoelig.
No pretty sight.
Aanvaarding, berusten in je zijn. Is dat überhaupt mogelijk wanneer onrust inherent is aan jezelf?

Geen opmerkingen: